Aandacht en compassie
Het volgende citaat van Nelson Mandela over zijn moestuin uit De lange weg naar de vrijheid. Mandela laat in zijn boek zien hoe het geven van aandacht en compassie werkt, zelfs als je vele jaren opgesloten zit op Robbeneiland.
‘De Bijbel vertelt ons dat er eerst tuinen waren en toen tuinmannen, maar in Pollsmoor, waar ik een tuin aanlegde die mijn grootste afleiding werd, was dat niet het geval. Het was mijn manier om te ontsnappen aan de monolitische betonwereld om ons heen. Binnen een paar weken, na mijn inspectie van de ruimte op het dak van ons gebouw, en nadat ik gezien had dat de zon er de hele dag op stond, besloot ik een tuin aan te leggen, en kreeg ik hiervoor toestemming van de bevelvoerend officier. (…)
Iedere ochtend zette ik een strohoed op, deed een paar stevige handschoenen aan en werkte twee uur in de tuin. Iedere zondag bracht ik groenten naar de keuken, zodat ze een bijzondere maaltijd konden maken voor de gevangenen van de algemene afdeling. Ik gaf ook een groot deel van mijn oogst aan de bewakers, die tassen meebrachten om hun verse groenten in mee te nemen. (…)
In de gevangenis was een tuin een van de weinige dingen waar je iets over te zeggen had. Een zaadje planten, het zien groeien, het verzorgen en dan oogsten, biedt een simpele maar duurzame voldoening. Het gevoel dat ik de verzorger was van dit kleine stukje aarde gaf me een stukje vrijheid.
In sommige opzichten zag ik de tuin als metafoor voor bepaalde aspecten van mijn leven. Een leider moet ook voor zijn tuin zorgen: ook hij plant zaad, ziet het groeien, houdt het bij en oogst het resultaat. Net als een tuinman moet de leider de verantwoording nemen voor wat hij kweekt, hij moet aandacht besteden aan zijn werk, proberen vijanden te verdelgen, handhaven wat gehandhaafd kan worden en wat geen kans van slagen heeft verwijderen.’